De stranden zijn rustig en de golven soms metershoog. Dorpen en stadjes ogen slaperig, maar ontwaken uitbundig rond etenstijd. Een autotochtje langs de westkust van Zuid-Portugal is een aanrader voor elke reiziger die houdt van strand en zee, maar ook van rust en natuur.
“Letzte Bratwurst vor Amerika”. Met deze slogan op Cabo de São Vicente bij Sagres werft de uitbater van een worstkot zijn klanten. Met succes, het is er druk en veel klanten laten zich voor het kot vereeuwigen met een broodje braadworst in de hand. Voor de meeste bezoekers is São Vicente het keerpunt van een rit langs de zuidkust. Hierna keren ze terug naar hun hotel in een drukke badplaats. Voor ons is de zuidwestelijke punt van het Europese continent juist een startpunt. Wij gaan een tocht maken langs de minder ontdekte westkust van Zuid-Portugal (Algarve en Alentejo). De worstenbakker lacht als hij dat hoort: “Eet dan nu maar alvast twee braadworsten, want hierna moet je een stuk langer zoeken naar horeca.” Een verkooppraatje, denken we. We zijn hier ten slotte niet in een leeg land als Australië of Namibië.
Loeiend harde wind
Voor we de steven noordwaarts richten bekijken we het fort op de punt van de zestig meter hoge kliffen. Het geeft een bijzonder gevoel om hier te staan. Niets dan blauwe zee rondom, zandkleurige rotsen onder ons en een loeiend harde wind om de oren. In de middeleeuwen dacht men dat deze winderige kaap het einde van de wereld was. De Romeinen noemden hem zelfs Promontorium Sacrum, Heilige Kaap. Het is nog altijd een belangrijk oriëntatiepunt voor de scheepvaart. En de vuurtoren, met zijn bereik van 95 km, is geen overbodige luxe, gezien de vaak voorkomende mist, storm en verraderlijke stromingen.
Oorverdovende stilte
Van Cabo de São Vicente rijden we zo dicht mogelijk langs de kust in noordelijke richting. Vanaf de hoofdweg volgen we ruige zijweggetjes, die doorgaans doodlopen op hooggelegen uitkijkpunten met stille stranden en steile kliffen. Die stranden nodigen uit tot een pauze in de zon, maar de hoge golven maken het vaak onmogelijk om te zwemmen. De westkust van Zuid-Portugal maakt deel uit van natuurpark Costa Vicentina, is een paradijs voor surfers en wandelaars en ideaal voor rustzoekers. We denken geregeld terug aan de opmerking van de worstverkoper. Na de gezellige drukte van de zuidkust ervaren we hier een bijna oorverdovende stilte. En je struikelt er inderdaad niet over de cafés en terrassen, maar moet het doen met de horeca die je tegenkomt.
Dino’s
Dat laatste heeft ook zijn charme. Zeker als je tevreden bent met af en toe een bica (espresso) met pastel de nata (custardtaartje) en als maaltijd verse vis met salade en frietjes. Zoals in het authentieke vissersdorp Carrapateira, een kleine 30 km ten noorden van Cabo de São Vicente. Als hier de sirene loeit is er geen brand, maar weten de inwoners dat de verse vis, groente en fruit op de markt zijn gearriveerd. Een uurtje later mogen wij in het plaatselijke restaurant L-Colesterol (tussen dorp en strand) een vers visje uitkiezen. Na het eten buiken we uit op het strand en kijken nieuwsgierig naar wandelaars die het zand afspeuren. Een van hen vertelt dat hij op zoek is naar fossielen. “Ooit leefden hier dinosaurussen, daar vinden we soms nog versteende eieren van.”
Van stranden en rivieren
Op de regiogrens van Algarve en Alentejo houden we halt in Odeceixe. De huizen zijn er wit en door het dorp meandert een rivier. Als we het water volgen, komen we via een kloof uit op een kaap. Hier is fraai te zien hoe de eerst wat groen gekleurde rivier uitmondt in de blauwe zee en de hoge golven op het beschutte strand beuken. Er staan wat huizen, een kiosk en er is een restaurant waar men kamers verhuurt. We besluiten te blijven en krijgen daar geen spijt van. De kamers van Casa de Hóspedes e Restaurante Dorita bieden beperkte luxe, maar bedden, uitzicht en eten zijn goed. En ’s avonds trakteert de natuur ons op een van de mooiste zonsondergangen die we ooit in Portugal zagen. We begrijpen best dat het strand van Odeceixe ooit tot een van de mooiste van het land werd gekozen.
Piraten
Ook Vila Nova de Milfontes, 45 km verder noordwaarts, ligt aan een rivier. De kronkelende Rio Mira rept zich vanuit het hooggelegen Santa Clara-meer door de kustdelta naar zee en mondt bij het badplaatsje majestueus uit in zee. We besluiten hier te overnachten, trekken de wandelschoenen aan en lopen langs de rivier richting zee. Het opvallendste gebouw aan het water is het 16de-eeuwse Forte de São Clemente, dat Vila Nova de Milfontes ooit beschermde tegen piraten. Het verviel tot ruïne, werd gerestaureerd tot hotel en is nu privébezit. Voor het mooiste zicht op het stadje en het fort rijden we aan het eind van de middag via de brug over de Miro naar de zuidelijke rivieroever. Tot zonsondergang dwalen we daarna door de bochtige straatjes en drinken een glas wijn op een terras aan zee. Wat een fijne plek.
Keerpunt Sines
De kustroute eindigt abrupt bij Sines. Hier dwingen de schoorstenen van de petrochemische industrie je richting snelweg als je verder noordwaarts wil. Maar eerst de oude stad bekijken. Hier werd in 1469 de zeevaarder Vasco da Gama geboren. Zijn vader was gouverneur en, naar verluidt, zag Vasco het levenslicht in het bescheiden kasteeltje dat het zicht op Sines domineert. We bezoeken er het aan de ontdekkingsreiziger gewijde museum. Dat biedt een onverwacht eigentijdse expositie over onder meer Vasco’s ontdekking van India in 1498. Daarna rijden we terug naar de zuidkust om ons in Fortaleza de Sagres te verdiepen in de andere grote Portugese ontdekkingsreizigers. En vooruit, ook om op Cabo de São Vicente nog eens te genieten van de “Letzte Bratwurst vor Amerika”. Want die was toch erg lekker.
Niet missen
Vila do Bispo: stil stadje tussen Cabo de São Vicente en Carrapateira. Met in de parochiekerk Nossa Senhore da Conceição een oogverblindend barok altaar en 18de-eeuwse azulejo’s (tegeltableaus). Die bedekken de wand van de vloer tot het beschilderde houten plafond.
Aljezur: de ruïne van een Moors kasteel uit de 10de eeuw biedt een weids uitzicht op het stadje en Serra de Monchique.
Het Santa Clara-meer: grillig gevormd meer met helder blauw water, beboste oevers en weinig andere bezoekers. Met een prachtig uitzicht vanuit Hotel Paradise in Portugal.
Het mooiste strand: Praia do Malhão. De ruwe weg erheen is een ‘uitdaging’, maar dan word je beloond met een breed zandstrand, prachtig uitzicht en ruimte. Je kunt er (voorzichtig) in zee baden.
De beste reisgidsen
Reishandboek Portugal
In onze reisgids over Portugal bereizen we het land van noord naar zuid en oost naar west. Veel aandacht voor mooie dorpen en stadjes, natuurgebieden, wandelroutes, bijzondere logeeradressen en restaurants. De beschrijvingen van bezienswaardigheden en praktische informatie worden afgewisseld met persoonlijke blogs en ontmoetingen met locals. Plus kaders over onder meer Portugese wijn, tradities, sterren kijken, lekkernijen, kurk en fado. En uiteraard ruime hoofdstukken over de Algarve en de mooiste plekken langs de westkust van Zuid-Portugal.
Auteur: Tineke Zwijgers | Fotograaf: Dorien Koppenberg | Uitgever: Elmar, 4e druk 2023
Wat & Hoe reisgids Algarve
Recent herziene editie van deze compacte reisgids voor de populairste regio van Portugal. Met een top 10-selectie van wat je niet mag missen, de beste hotspots, wandel- en autoroutes en praktische informatie over bestemmingen, logeren, eten & drinken, winkelen en uitgaan. Ook de rustige westkust van Zuid-Portugal komt ruim aan bod.
Auteur: Christopher Catling (herzien door Tineke Zwijgers) | Uitgever: Kosmos, 2023
De leukste hotels
Logeren aan de wilde westkust van Portugal
Casas do Moinho (Odeceixe): comfortabele kamers en studio’s in het groen, met zwembad.
Casa do Adro da Igreja (Vila Nova de Milfontes): klein en gastvrij hotel in 17de-eeuws pand, met open haarden, balkons en gebruik van keuken.
Dit artikel verscheen eerder in Het Laatste Nieuws (B).