HomeFrankrijkBretagneSubtropische Bretonse eilanden: Bréhat en Batz

Subtropische Bretonse eilanden: Bréhat en Batz

Voor het subtropisch eilandgevoel dichtbij huis hoef je niet per se naar de Kanaaleilanden. Op een kwartier varen van de Bretonse noordkust tref je zo’n mediterrane sfeer ook op Bréhat en Batz. Ontspannen wandelen en fietsen op eilanden waar je slechts hoeft uit te wijken voor een tractor of kruiwagen.

Bretonse eilanden
Île de Batz

“Lange of korte overtocht?”, vraagt de dame van rederij Vedettes de Bréhat vriendelijk. We kijken haar niet-begrijpend aan. Vanaf de kade in Pointe de l’Arcouest zien we Bréhat duidelijk liggen. Wat zou je er dan lang of kort over doen? De lokettiste legt uit dat we de overzet kunnen combineren met een rondje om het eiland. “Dan krijgt u een voorproefje van al het moois dat u te wachten staat.” Dat idee kunnen we niet weerstaan, zeker niet als blijkt dat de extra lange cruise slechts een paar euro extra kost.

- Advertentie -

Te voet

Île de Bréhat is een druk bezocht eiland: goed bereikbaar en gelegen tegenover de populaire ‘roze granietkust’. De paar honderd eilandbewoners krijgen jaarlijks bezoek van honderdduizenden toeristen. Ook nu in het voorseizoen is de veerboot vol. Maar daar is eenmaal op het eiland weinig meer van te merken. Veel bezoekers huren een fiets of gaan eten en winkelen in het dorp Le Bourg. Wij verkennen het eiland te voet en komen op de onverharde weggetjes vooral andere rustzoekers tegen. We beklimmen heuveltjes en genieten van het uitzicht op de diepblauwe zee, doorsneden met talloze (86!) bruinroze minirotsen. Het hoofdeiland zelf is kleurrijk begroeid, met mediterrane planten als eucalyptus, mimosa, palm en oleander.

Lieflijk of ledig

Bréhat bestaat eigenlijk uit twee eilanden, onderling verbonden door een versterkte weg. Ze meten samen nog geen 3,5 bij 1,5 kilometer en al na een uurtje wandelen staan we bij de ‘brug’. Deze Pont ar Prad is ontworpen door Vauban, de vestingbouwer van ‘zonnekoning’ Lodewijk XIV. Hij tekende ook voor vestingen als Namen, Ieper en Nieuwpoort. Als we verder lopen valt al snel het verschil tussen beide eilanden op. Waar het zuidelijk eiland lieflijk is, met kleine dorpjes en zandweggetjes tussen stenen muurtjes en hagen door, is het noordelijk eiland ‘woest en ledig’. Het wordt omringd door een wilde zee en op de verst gelegen punt gemarkeerd met de robuuste Phare du Paon. Die is te bezoeken, maar de vuurtorenwachter is er vandaag helaas niet. Daarom pakken we onze lunch uit en gaan we aan de voet van de toren fijn picknicken met uitzicht op zee.

Bretonse eilanden

De getijden

Aan het eind van de middag wacht ons in de haven een verrassing. Vanochtend zette de veerboot ons af aan een pier en moesten we 500 meter lopen voor we op de kade bij Hôtel Bellevue koffie konden bestellen. Nu is de pier compleet verdwenen en ligt de boot voor het hotel te wachten. Het verschil tussen hoog- en laagtij is groot in Bretagne, zoveel is wel duidelijk.

Île de Batz: een beetje ruig & lekker rustig

Tikje eigenzinnig

Twee dagen later staan we in Roscoff opnieuw klaar voor een oversteek. Nu gaan we naar Île de Batz, nog zo’n parel langs de Bretonse noordkust. Het uitgangspunt lijkt hetzelfde: klein autovrij eiland in de subtropische golfstroom. Batz wordt echter minder druk bezocht dan Bréhat en oogt authentiek. We raken direct na aankomst bevangen door die typische eilandsfeer. Een beetje ruig, lekker rustig en de mensen zijn er wat eigenzinnig.

Per post

Zo heb ik telefonisch een kamer gereserveerd in pension Ti Va Zadou van Marie-Pierre Prigent en de boeking bevestigd door, heel ouderwets, een briefje van 20 euro per post op te sturen. Het geld is gelukkig bezorgd en de eigenares overhandigt ons al om11.00 uur in de ochtend gastvrij de sleutel.

Bretonse eilanden
Chambres d’hôtes Ti Va Zadou

Ook Île de Batz is een fijn eiland om te bewandelen. Een routebeschrijving is niet per se nodig. Nadat we leeftocht hebben ingeslagen, slaan we in de haven linksaf en houden de zee aan onze rechterhand. Bij een splitsing van paden kiezen we steeds het pad dat het dichtst langs het water voert. Zo lopen we in vier uur het eiland rond. Dat is weliswaar slechts 4 bij 1,5 kilometer groot, maar heeft een grillige kustlijn. Er is onderweg aardig wat te zien.

Wat de pot schaft

Zo bekijken we, nog dichtbij de haven, de Botanische Tuinen van Georges Delaselle. Ze dateren van 1897, maar raakten verwaarloosd nadat het fortuin van de stichter in de crisisjaren 1930 was verdampt. Nu zijn ze gerestaureerd en opengesteld. Ook de 41 meter hoge vuurtoren Grand Pharom in het westen, uit 1836, is een interessante pauzeplek. Vanaf de bovenste verdieping hebben we een fabuleus uitzicht over het eiland. We zien dat Batz aantrekkelijke witte stranden heeft. Die hebben we vandaag helemaal voor onszelf, voordeel van het laagseizoen! Later op de dag stuiten we ook op een nadeel van de rust op het eiland. De restaurantjes aan de haven sluiten hun deuren zodra de laatste boot met dagtoeristen is vertrokken. Er is vanavond nog slechts één eethuis open. Maar past dat niet juist prima bij de zo gewaardeerde eilandsfeer? Geen keuzestress, gewoon eten wat de pot schaft.

Nog meer Bretonse eilanden? Kijk eens op Belle Île.

De beste reisgidsen

Reisgids ‘Het echte Bretagne’

‘Het echte Bretagne’ is onze eigen gids over deze regio. Met uitgebreide beschrijvingen van bezienswaardigheden langs de kust en op de eilanden, een hoofdstuk over de geschiedenis van Bretagne, veel praktische informatie, wandel- en fietsroutes plus 6 uitgeschreven autoroutes door het binnenland.
Auteur: Tineke Zwijgers | Fotografie: Dorien Koppenberg
Uitgever: TiDo Producties, 2020 (3e, herziene editie)
Paperback: € 21,95 | PDF: vanaf € 3,00
Meer informatie en bestellen: hetechtebretagne.nl

Fijn boek met goede balans tussen achtergrondinformatie en praktische zaken. Praktische indeling per regio. Leuke weetjes en goede tips voor overnachten, eten, tripjes en wandelingen. Mooie foto’s. Je voelt de liefde van de makers voor Bretagne en dat werkt aanstekelijk.

Het echte Bretagne ›

Rother wandelgids Bretagne

Veel wandelaars zweren bij de serie Rother gidsen en dat is heel terecht. Ze zijn degelijk, overzichtelijk en staan garant voor bijzondere wandeltochten op plekken die niet worden overlopen door toeristen. De Rother Bretagne is daarop geen uitzondering: 50 wandelingen langs de kust en door het Bretonse binnenland. Met duidelijke info over start- en eindpunt, zwaarte van de tocht, restaurants en cafés onderweg. Elmar, 2015

De leukste hotels

Logeren op Île de Bréhat en Île de Batz

Bretonse eilanden
Hotel Bellevue op Île de Bréhat

Île de Bréhat: Je loopt er direct na aankomst tegen aan: Hotel Bellevue in de haven van Brehat. Mooi uitzicht gegarandeerd dus! Bovendien is het een bijzondere ervaring om hier te logeren als alle dagjesmensen zijn vertrokken. Het is er dan heerlijk rustig. De kamers zijn prima, in het restaurant kan je lekker eten. De prijzen zijn wat aan de hoge kant, gebruikelijk voor een eiland.

Île de Batz: Chambre d’hôtes Ti Va Zadou. Traditioneel ingerichte kamers in een granieten huis met blauwe luiken en weids uitzicht op de haven. Lekker ontbijt. Echt waar voor je geld! B&B voor 2 personen € 70.

Voor een zeer schappelijke prijs huur je een chalet of appartement bij Reves de Mer. Het kleine complex ligt op het zuidoostelijk schiereiland, vlakbij de tuinen van Georges Delaselle en bij het hoofdplaatsje van het eiland. Je kan zelf koken, hebt eigen sanitair en kijkt mooi uit op de tuin en de zee. Zoek je juist ultieme luxe en nog meer privacy? Huur dan vakantiehuis aan zee E goudor an amzer o tremen. Dit witte strandhuis biedt nog mooier zeezicht, is groot genoeg voor 8 personen en straalt in alles luxe uit.

Dit artikel verscheen eerder in Het Laatste Nieuws (B)

- Advertentie -

Meest gelezen deze week

spot_img
- Advertentie -

Nieuwste reportages

- Advertentie -

Ontdek

- Advertentie -