De golven beuken genadeloos tegen de hoge kliffen en overbruggen een getijdenverschil van meer dan tien meter. De kust van Noord-Bretagne is spectaculair en tegelijk de ideale plek voor een zonnige vakantie. De warme Golfstroom zorgt, zeker op de eilanden, voor een bijna Zuid-Europees microklimaat. Ga je met ons mee op pad in zonnig Noord-Bretagne?
Cap Fréhel
Een indrukwekkende start van je meerdaagse tocht ‘op pad in zonnig Noord-Bretagne’! De rode kliffen van Cap Fréhel steken steil en zo’n 70 meter boven de groene zee uit. Vind je dat nog niet hoog genoeg, kijk dan of de vuurtorenwachter aanwezig is en of je boven mag komen. Na een klim van 145 traptreden kijk je bij helder weer weids uit. Misschien wel tot Kanaaleiland Jersey. Cap Fréhel, met zijn vogelreservaat, nodigt uit tot wandelen. Je kunt een rondje om de kaap maken en griezelen bij doorkijkjes langs de loodrechte wanden. Heb je meer tijd, volg dan het wandelpad naar Fort La Latte (1,5 uur heen). Dit 14e-eeuwse fort wordt aan drie zijden door water omringd en was ooit een strategische plek om de scheepvaart te controleren. Een filmische plek ook. Kirk Douglas en Tony Curtis speelden hier de hoofdrollen in de film De Vikingen.
Pléneuf-Val-André (na 25 km)
Deze badplaats heeft de charme van Dinard en lijkt ook wat op de Vlaamse badplaats De Haan. Met één belangrijk verschil: je kunt hier voor een schappelijke prijs overnachten in een mooie oude villa met zeezicht. De vier kamers van Villa Marguerite, bijvoorbeeld, kijken uit op een baai en drie ervan hebben zelfs een balkon. Een andere optie is hotel De La Mer. Maak een ontspannen wandeling over de boulevard en geniet van het uitzicht op Île de Verdelet. Dit vogelreservaat steekt als een wat ongenaakbare rots boven zee uit. Maar schijn bedriegt. Bij laagtij valt de zee tussen het eiland en de kust droog en kun je over de zeebodem naar Verdelet wandelen. Informeer wel even bij de Dienst voor Toerisme naar de getijdenkalender. Zin in zeevruchten? De vlakbij gelegen badplaats Erguy is ‘hoofdstad’ van de sint-jakobsschelpen. Even gefrituurd, lekker zilt.
Île de Bréhat (na 100 km)
Op een kwartiertje varen van Pont de l’Arcouest gaat een wereld voor je open. Op de subtropische archipel Île de Bréhat is het zachter en droger dan op het vasteland en tref je een bijna mediterrane plantengroei. De granietrotsen kleuren er van zalmroze tot roodbruin en zijn zo grillig van vorm dat ze namen dragen als ‘Napoleons hoed’ en ‘de pannenkoek’. De twee hoofdeilanden vormen een echt wandelparadijs. Voor druk verkeer hoef je niet bang te zijn. Île de Bréhat is autovrij, je komt er hoogstens een tractor tegen. En daarvan zijn er maar een paar. De veerboot legt in Port Clos aan tegenover Hotel Bellevue, een van de weinige hotels op het eiland. Hier logeren is wat duurder dan elders, maar het gevoel dat je na vertrek van de laatste boot achterblijft met de eilandbewoners is ‘onbetaalbaar’.
Tréguier (na 122 km)
Tréguier is nu een bescheiden provinciestad. Maar aan de omvang van de kathedraal kun je zien dat dit ooit een stad van belang was: de zetel van de bisschop. Een bezoek aan het godshuis is de moeite waard. Men heeft er lang genoeg aan gebouwd: zo’n 150 jaar in de 14e en 15e eeuw. Het gebouw is een mix van gotisch en romaans, telt vier torens en is opgetrokken uit vier steensoorten. Dwaal daarna door de oude binnenstad, met straten vol fraaie vakwerkhuizen.
Côte de Granits Rose (na 145 km)
Ten noorden van Tréguier begint bij Plougrescant het mooiste deel van de roze granietkust. Rijd vanaf hier zoveel mogelijk langs zee naar het mondaine Perros-Guirec en stop geregeld om van het uitzicht te genieten. Zin in een mooie wandeling? Tussen Ploumanac’h en Perros-Guirec kun je het douanepad langs zee volgen. Twee eeuwen terug patrouilleerden hier douaniers, die op last van Napoleon het handelsverbod met Engeland handhaafden en jacht maakten op smokkelaars. Start de wandeling in de baai van Saint-Guirec, enkele km ten noordwesten van Perros-Guirec. Onderweg zul je zeker genieten van de grillige, roze gekleurde rotsen. Hier en daar nog extra opgeleukt door kunstenaars. Zelfs de vuurtoren is roze. Heen en terug ben je enkele uren onderweg. Lekker eten en slapen, bijna met de voeten in het zand, doe je in hotel Saint-Guirec et de la Plage.
Moncontour (na 245 km)
Hoog op een rots in het Bretonse achterland staat Moncontour trots te wezen op haar historische charme. Ooit een welvarende stad die tol hief op de wegen rondom en haar eigen munt sloeg. Nu een rustig en intiem stadje. Struin door de steile kronkelige straatjes, vergaap je aan oude stadspoorten, statige herenhuizen en scheefgezakte vakwerkhuizen en verwacht niets meer dan mooie doorkijkjes en uitzichten. Dat is precies wat Moncontour je te bieden heeft. Let ook op de grappige uithangborden bij winkels en restaurants. Zelfs het postkantoor en de supermarkt zijn ermee verfraaid. Kunstenaar en inwoner Gilles Bizien ontwierp ze. Op Place de la Carrière lunch je in middeleeuwse sfeer bij Le Chaudron Magique. Huisspecialiteit is Ypocras, een rode wijn die is gekookt met extra alcohol, suiker en specerijen. Ze wordt geserveerd in een aardewerken kommetje.
Dinan (na 300 km)
Dinan moet je te voet verkennen, ook al krijg je daar spierpijn van in je kuiten. Tussen de beneden- en bovenstad ga je trap op, trap af en tref je zelden een straatje dat niet omhoog of omlaag loopt. Dinan ontstond in de Middeleeuwen langs de oevers van de Rance. Ze werd heel welvarend en kon zich alleen hemelwaarts uitbreiden. Omhoog langs de rotsen, daar waar de rivier het steen had uitgesleten. Vanaf de bovenstad kijk je uit op de Rance, de haven en een fotogenieke boogbrug. Sta je beneden, dan ontvouwt zich een panorama van omhoog kronkelende straatjes met kleurige vakwerkhuizen. Je kunt mooi wandelen over het jaagpad of een boottochtje maken op de Rance met de Vedette Jaman IV. In de mooie Rue du Petit-Fort logeer je stijlvol in Le Logis du Jerzual. Dit is het eindpunt van de route ‘op pad in zonnig Noord-Bretagne’.
De beste reisgidsen
Reisgids ‘Het echte Bretagne’
Alle genoemde bestemmingen vind je uitgebreid in ‘Het echte Bretagne’, onze eigen gids over deze regio. Met uitgebreide beschrijvingen van bezienswaardigheden langs de kust en op de eilanden, een hoofdstuk over de geschiedenis van Bretagne, veel praktische informatie, wandel- en fietsroutes plus 6 uitgeschreven autoroutes door het binnenland.
Auteur: Tineke Zwijgers | Fotografie: Dorien Koppenberg
Uitgever: TiDo Producties, 2020 (3e, herziene editie)
Paperback: € 21,95 | PDF: vanaf € 3,00
Meer informatie en bestellen: hetechtebretagne.nl
″Fijn boek met goede balans tussen achtergrondinformatie en praktische zaken. Praktische indeling per regio. Leuke weetjes en goede tips voor overnachten, eten, tripjes en wandelingen. Mooie foto’s. Je voelt de liefde van de makers voor Bretagne en dat werkt aanstekelijk.”