Met haar verblindend witte stranden en turkooizen zee trekt Sardinië vele zonaanbidders. Maar ook rustzoekers vinden er genoeg te doen: avontuurlijk wandelen, wijn proeven, cultuur opsnuiven. En altijd lokt in de buurt wel een rustig strandje voor wie weg wil van de massa.
Stralend staat signora Cinzia Scanu achter het buffet. Het is maandagavond en dan biedt de eigenares van Residence Punta Falcone haar gasten een proeverij van eilandproducten aan. Met uitleg, want zij houdt hartstochtelijk van haar lokale keuken. Ze vult onze bordjes, “om te beginnen”, met een flinke lepel dolce sardo, jonge schapenkaas, enkele eilandvariaties op salami en geurige lasagne.
Lokale wijn
Dan volgen er twee stukjes van een soort knäckebröd, dat de Sardijnse broodspecialiteit Pane guttiau blijkt te zijn. “Gebakken met zout, olijfolie en rozemarijn”, aldus onze gastvrouw. “Ik eet het niet elke dag, want het is te lekker voor de lijn. Nog een glaasje wijn?” Van de lokale witte wijn, de vermentino, kun je hetzelfde zeggen: bijna te lekker. De Vermentino di Gallura, uit deze hoek van het eiland, geldt zelfs als de beste wijn die van de druif gemaakt wordt. Na de proeverij kijken we op ons terras hoe de zon de granieten rotsen om ons heen oranje-roze kleurt en hoe in de verte op het eiland Corsica de lichtjes een voor een aanfloepen.
Palet van blauw
Sardinië staat bekend om haar witte stranden en turkooizen zee. Befaamd zijn die van de Costa Smeralda en de kleine Maddalena-archipel, beide goed bereikbaar vanuit onze standplaats Santa Teresa di Gallura. Maar dichterbij is het minstens zo mooi en een stuk rustiger. Zoals op het kleine privéstrand van ons verblijf. De zee is er zo helder dat je geen verschil ziet tussen je benen boven en onder water. In Santa Teresa bezoeken we de 16de-eeuwse Torre di Langosardo. Vanaf het platform zien we het strand Spiaggia Rena Bianca. Hier speelt de zee weer een ander kleurenspel: van bijna wittig via azuur naar donkerblauw. Over een uit de rotsen gehakt wandelpad dalen we af naar het witte zand. Het is zaterdagmiddag en op het strand zitten families te picknicken en maakt een meisje in bikini een selfie. Een stadsstrand, maar een van de mooiste die we ooit zagen.
Hippies
Na de lunch op het strandterras rijden we naar schiereiland Capo Testa voor een wandeling op het noordelijkste puntje van Sardinië. We starten in het groen, maar na een kwartiertje breekt het bos open en lopen we Valle della Luna in. Dit dal is omzoomd door hoge, vaag roze granietrotsen, die glad zijn uitgesleten door wind en zeelucht. Ze prikkelen de fantasie, net als in druipsteengrotten. In de jaren 1970 was de ‘vallei van de maan’ populair bij hippies. En nog altijd verblijven er mensen in grotten en tenten, op zoek naar rust en eenvoud. Vlak voor twee kleine baaien met, alweer, opvallend helder blauw water markeert een totempaal het graf (of een herinneringsplek) van een van hen. ‘Qui riposa Makl Bo’ meldt het opschrift. Hier rust Makl Bo.
Feeërieke torens
Kan de zee nog blauwer en het zand nog witter? Dat zoeken we uit tijdens een autotoertje door het noordwesten van Sardinië. We ontdekken ook dat het zonde is om Sardinië alleen te bezoeken voor strand en natuur. Langs de groene kustweg valt ons oog al snel op Castelsardo, een middeleeuws kasteel dat machtig uittorent boven een oud stadje met kronkelstraatjes en steile trappen. En met vrouwen die in hun deuropening de kleurige mandjes vlechten waarmee Castelsardo aan de weg timmert. Een stukje landinwaarts kijken we onze ogen uit in de Vallei van de Nuraghi, waar het gelijknamige volk 3500 jaar terug kegelvormige torens bouwde van los gestapelde zwerfkeien. Je ziet ze overal in het Sardijnse landschap, maar vlakbij Torralba kun je ze van binnen bekijken. De toren Santu Antine bestaat uit een doolhof van trappen, taps toelopende gangen en kamers, feeëriek verlicht via spleten in de muur.
Steeds stiller
Dan rijden we het smalle schiereiland op naar het vriendelijke vissersdorp Stintino. Het wordt steeds stiller op de weg en we passeren zoutpannen tegen een verblindend wit schelpenstrand. Maar het hoogtepunt wacht ons op het uiterste puntje: Spiaggia della Pelosa. Het poederige zand lijkt er nog witter, het lichtblauwe water verloopt in een ongelofelijk palet van tinten blauw. En dat alles tegen de achtergrond van een Saraceense toren en het bergachtige eiland Asinara (tot twintig jaar terug een zwaarbeveiligde gevangenis, nu een nationaal park). Spiaggia della Pelosa treedt geregeld op als decor voor commercials, maar is geen opzichtig commerciële plek. Er zijn een paar bars en kiosken en op het strand stralen Italiaanse families dolce far niente uit, het zoete nietsdoen.
Sterke wijn
De groene bergen van Midden-Sardinië herbergen enkele topbestemmingen van het eiland: de wijnstreek tussen Nuoro en de oostkust en de betoverende Gorropu-kloof. De bekendste wijnen uit de streek zijn de krachtige rode van de cannonau-druif. Die groeit volgens de Sardijnen al zo’n 3200 jaar op het eiland en is de oudste mediterrane druif. De valleien in de bergstreek vormen een lappendeken van kleine wijngaarden, daterend uit de tijd dat elke familie thuis wijn maakte voor eigen gebruik. Vele wijnboeren verenigden zich inmiddels in coöperaties, andere families breidden juist hun aantal percelen uit en bleven zelfstandig. Een voorbeeld van die laatste is Azienda Giuseppe Sedilesu in Mamoiada. De naamgever kocht 35 jaar terug zijn eerste perceel cannonau, zijn drie zonen breidden het bedrijf uit en wonnen al vele prijzen met hun intens smakende wijnen, die tot wel 16% alcohol bevatten.
Proeven!
Schoondochter Elisabetta leidt ons rond en vertelt over de biologisch(-dynamische) principes van de oude Giuseppe en zijn zonen. “We ploegen de aarde met behulp van ossen en plukken de druiven met de hand.” Ook met de witte en rosé wijnen vaart het bedrijf haar eigen koers. Niet van de populaire vermentino, maar van het bijna vergeten druivenras granazza wordt een kruidige en licht naar noten smakende witte wijn gemaakt. En de opvallend donkere rosé is net als de rode wijnen van de cannonau.
Gorropu-kloof
Over een aangenaam bergpad lopen we langs de rivier Flumineddu naar de Gorropu-kloof. De stroom slalomt rond grote witte keien en sleet een vallei uit in de bergen bezuiden Dorgali. De vallei wordt steeds smaller en na een laatste afdaling staan we op een zonnig plateau in de rivierbedding. Hier begint de Gorropu-kloof, die op haar smalst vier meter breed is, maar meer dan driehonderd meter hoog. We vullen onze waterfles uit een bron, betalen een bedragje voor de natuurbescherming en beginnen aan onze wandeling. Wandelen is misschien niet het goede woord, we klauteren over zwerfkeien groter dan wijzelf en bewegen ons soms zijwaarts voort door smalle spleten. Maar wat is het hier mooi. Als de zon boven de kloof verdwijnt en het fris wordt, keren we terug naar de parkeerplaats. Hoog tijd om op te warmen op een wit strand met een koele blauwe zee!
De beste reisgidsen
Rother wandelgids Sardinië
Onze aanrader voor wie het eiland ook graag te voet verkent. Deze gids bevat 63 wandelingen. In de inleiding tref je (beperkt) toeristische informatie over de regio aan. De routes zijn verspreid over 4 regio’s: Noord, Oost, West en Zuid. Ze variëren van enkele uren tot een hele dag en zijn opgedeeld in 3 niveau’s, van makkelijk via tamelijk moeilijk tot zwaar. Duidelijke routebeschrijvingen, met foto’s, kaartje, staafdiagram over klimmen en dalen en voldoende achtergrondinformatie. Het noorden beslaat met 11 routes een zesde van de gids. De hierboven beschreven wandeling naar de Gorropu-kloof (hoofdstuk ‘het Oosten’, nr 17, 14 km) is wat ons betreft Sardinië’s mooiste. Wandeling nr 18 is de pittiger variant, waarbij je door een oeroud eikenbos zo’n 650 meter afdaalt in de kloof (en terug stijgt).
Uitgever: Elmar, 2015.
Wat & Hoe reisgids Sardinië
Recente reisgids, die in 184 pagina’s een uitgebreid beeld geeft van Sardinië, met veel foto’s en kaartjes. In de gids tref je informatie over de belangrijkste, grotere en kleinere plaatsen op het eiland. Met veel aandacht ook voor natuur, historie en cultuur. Het midden en noorden van het eiland komt met drie van de vijf hoofdstukken uitstekend aan bod. Met tips voor logeren en lekker eten & drinken. Plus 2 wandelroutes: Alghero en Ísola Caprera (Maddalena archipel).
Uitgever: Kosmos, 2023
Bijzondere overnachtingen
Eliza was here
Veel reizigers boeken hun vakantie op Sardinië inclusief vlucht, huurauto en hotel of appartement. Daarvoor bevelen wij Eliza was here aan: bijzondere, kleinschalige en scherp geprijsde locaties in diverse dorpen.
Wij verbleven in Residence Punta Falcone. Dit intieme complex ligt aan een rustige weg buiten Santa Teresa di Gallura. Vanuit de ruime en comfortabele appartementen kijk je uit over zee en, in de verte, Corsica. Aan de rand van het zwembad wordt een eenvoudig ontbijt geserveerd en op maandagavond nodigt eigenares Cinzia Scanu haar gasten uit voor een proeverij van eilandproducten. Op het menu onder meer zachte pecorino, worst, gerookte ham en pane carasau, het heerlijke platte brood van Sardinië. En lokale wijn uiteraard, kruidig en droog. Het hotel heeft ook een eigen strandje, dat op een kwartier lopen van de appartementen ligt.